Echt winters is het niet, deze achtste januari, maar echt aangenaam is het buiten toch ook niet. De wind doet haar werk en in de gebouwen van het fort van Breendonk is het nooit echt warm. De laatstejaars van het Atheneum zijn gewaarschuwd: wie hier binnengaat wacht een triest lot. Ze worden welkom geheten in de hel van Breendonk en leren er over de duivels in mensengedaante. De Tweede Wereldoorlog krijgt hier een wreed gezicht.
Niet alleen de gevangenen, maar ook de waarheid wordt geweld aangedaan. Onze zesdejaars maken kennis met Philipp Schmitt, de kampcommandant, zijn vrouw en zijn hond. Ze horen er over de gruwelijke omstandigheden waarin mensen moesten zien te overleven.
Hoe dat allemaal zo ver is kunnen komen probeert het museum van de Dossinkazerne in Mechelen te verduidelijken aan de hand van een tentoonstelling die verder kijkt dan alleen de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Linken met pesterijen, racisme en genocides maken de leerlingen duidelijk dat ook gewone mensen tot verschrikkelijke daden in staat zijn als ze het slachtoffer worden van haatpropaganda. Tegelijk maken ze kennis met de vele slachtoffers van de nazi’s die in het museum weer een menselijk gelaat krijgen, wat hen door hun moordenaars werd afgenomen.
Beide bezoeken lieten een diepe indruk na.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten