Zijn de leerlingen van 3e graad economie recht-vaardig ?
Dat was de doelstelling van de Hoge Raad voor Justitie, namelijk leerlingen onderdompelen in de wereld van het gerecht door hen live een proces te laten bijwonen en door hen via een rollenspel zelf een proces te laten “spelen” in een rechtszaal. En of dat gelukt is ?
Vanaf 9 januari stond elke les economie in het teken van het recht, soorten rechtbanken, verschillende casussen, soorten straffen en soorten magistraten. Ja, de theorie ging er vlotjes in als we konden teruggrijpen naar een zeer goed begeleidend infoboekje.
De organisatie van ons kosteloos dagprogramma op 18 januari was in handen van de Koning Boudewijnstichting. Wij dienden ons enkel om 9u15 aan te bieden in het Vlinderpaleis, ofwel het Justitiepaleis van Antwerpen (in de volksmond ook wel de frietzak genoemd). En zo geschiedde…
Twee super-substituten Procureur des Konings (alias het openbaar ministerie), de dames De Groof en Van Hecke, stonden in de aanslag en weg waren we, recht de “catacomben” in, geen ontsnappen meer aan, enkel met een “badge”.
Na een zeer verhelderende uitleg over de rechtbankenpiramide, een “Je kan maar iets fout doen als het in het Strafwetboek staat”(!), en hopen voorbeelden die tot de verbeelding spraken, maar voor de dames “dagelijkse kost” zijn, waren we goed opgewarmd om te gaan luisteren in de Rechtbank van 1ste aanleg, correctionele kamer.
Onderweg in de lift (voor het personeel, geboeide beklaagden worden met een andere lift naar de rechtbank gebracht) nog even getuige geweest van een informele babbel tussen “onze” substituut en Meester Platteau over een akkefietje van een cliënt (lees: beklaagde) met een enkelband die naar het ziekenhuis moet. Het is duidelijk: er heerst een groot respect in de verschillende geledingen van het gerecht, tussen alle verschillende actoren, en niet omdat ze toevallig een toga dragen. Het lijkt één grote familie buiten de rechtbank, maar eens de rechtbank in werking treedt, tracht elkeen zijn taak naar best vermogen te vervullen, van advocaat over rechter, griffier, bode, substituut en tolk, tot de aanwezige politie (om de beklaagde niet te laten ontsnappen).
De kleine rechtzaal was direct gevuld met onze leerlingen en enkele vaste rechtbankbezoekers, meestal gepensioneerde oud-medewerkers. Elke zitting is openbaar, dus vrij toegankelijk. Na enkele voorgeleide processen met vragen om uitstel (vertragingsmanoever?), zagen we een zeer gemotiveerde meester (lees advocaat) in actie (eindelijk… een schijnhuwelijk …). “Onze” substituut verschoof van bank tot bank om bijkomende uitleg te verschaffen.
Na het pleidooi geeft de rechter de datum van vonnis mee en hop, naar de volgende zaak. De tolk wordt ingezworen, de geboeide beklaagde wordt voorgeleid, wij veren telkens op (en gaan weer zitten als de rechter gezeten is), als de bode spreekt: “de rechtbank”, en de politieagenten verliezen "hun" beklaagde geen moment uit het oog.
Na de advocaat van de burgelijke partij en het openbaar ministerie (met een opsomming van feiten waarvoor bewijs geleverd is en de voorgestelde strafmaat) is het woord aan de advocaat van de beklaagde. Strafpleiter Meester Masson laat ons genieten van een toch wel goed gefundeerd pleidooi. Zijn client lijkt plots toch niet meer zo gevaarlijk. Of zijn we in de val getrapt? Hoe gaat de rechter oordelen-beoordelen-veroordelen? We zullen het niet weten, of we dienen op dag waarop het vonnis wordt vrijgegeven naar de rechtbank te gaan…
Tijd voor de lunch in een aparte zaal, samen met onze substituut. Elk jaar wordt een examen uitgeschreven waar 400 kandidaten aan deelnemen. Slechts een twintigtal haalt het en heeft kans om substituut te worden. Geen wonder dat het echte wandelende encyclopediën zijn. Als bewijs wordt het Strafwetboek even getoond. Het parket behandelt elk jaar 50 000 nieuwe zaken, waarvan een gedeelte wordt geseponeerd (lees: geklasseerd, niet vervolgd). Heeft regering Di Rupo besparingen voorzien voor Justitie?
Geen tijd voor overpeinzingen, het rollenspel roept. De casus wordt uitgelegd, elke leerling krijgt een rol toebedeeld en heeft 30 minuten voorbereidingstijd. Dan moeten we de lift weer in en naar “onze” rechtbank, toga’s aan, op de juiste plaats gaan staan of zitten en plots lijkt het allemaal een stuk serieuzer. Als leerkracht zag ik leerlingen openbloeien in hun “rol”, creatieve invalshoeken in een pleidooi verwerken of de juiste terechtwijzingen doen als een volleerd rechter. En wie staat daar zo vol overtuiging de openbare veiligheid te verdedigen: Tim of Robbe?
Onze substituten staan klaar met raad en daad. Tijd om de rechters te laten “nadenken”, hun straf te bepalen en te motiveren. Er mogen geen fouten worden gemaakt, zoniet volgt de nietigverklaring!
Achteraf blijkt dat dezelfde casus bij andere klasgroepen tot andere straffen heeft geleid, of zelfs vrijspraak… Je ziet ze twijfelen: 'Hebben we wel juist geoordeeld, waren we wel "rechtvaardig"?'
Niemand heeft gemerkt dat tijdens onze dag “opsluiting” buiten de zon scheen. In de ban van het gerecht, dat waren we! Wanneer kunnen we opnieuw inschrijven?
Carol Ideler, leerkracht economie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten