Onze eerste stop was in Nieuwpoort, aan het monument voor Albert I, het gedenkteken voor de Britten die het Belgische leger ter hulp snelden en de Ganzepoot, de plaats waar de beruchte sluizen samenkomen die werden opengezet voor de inundatie die de Duitse troepen cruciaal zou vertragen.
De Dodengang was onze volgende halte. Steek je hoofd iets te ver boven de zandzakjes uit en je bent er geweest! Ook strategisch kregen we er een goed zicht op de gebeurtenissen tijdens de vroege oorlogsperiode.
We lunchten in de schaduw van Ijzertoren en Paxpoort, twee symbolen die onlosmakelijk met de Eerste Wereldoorlog verbonden zijn.
Na de middag vergeleken we een Duits en een Belgisch kerkhof met het beroemde Britse Tyne Cot. De soberheid van Vladslo en de beelden van Kate Köllwitz maakten een diepe indruk. Tyne Cot bezochten we in volledige stilte.
In Zonnebeke vertelde adjunct-directeur Meyers over de slag van Passchendaele en waarom dat ook vandaag nog voor vooral de Britten van groot belang is. We brachten er ook een blitzbezoek aan het museum.
Door het leven te schetsen van één van de slachtoffers kregen de duizenden namen op de monumentale poort een identiteit. We will remember them, klonk het als uit één mond.
Ook de andere helft van het vijfde jaar stuurde een aantal foto's door. Zij waren woensdag in de Westhoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten