De pijn van de geboorte is intussen geleden, maar Ada Somers uit het eerste jaar blikt met ons nog even terug op die allereerste september. Haar belevenissen boetseerde ze in de vorm van dit verhaal:
Ik ga alleen, maar ik ben niet
alleen.
De laatste dag vakantie:
“Het is de
laatste dag van de vakantie!” roept Thomas blij. Ik zit treurig door
het raam te staren. Morgen is het zover,
dan ga ik al naar de grote
school. Helemaal alleen zal ik zijn.
Iedereen en alles zal nieuw zijn. En ik
wil alles gewoon houden zoals in de
lagere school. Waarom begint dit
nieuwe hoofdstuk in mijn leven? Wil
ik deze bladzijde wel omslaan? Nee,
dat wil ik niet, maar het moet. Ik
denk dat het voor mij nog te vroeg is, ik
blijf liever nog een jaartje in de
lagere school. Dat lost niet veel op. Al die gedachten vormen samen een
verschrikkelijk gevoel: stress. “TRIIIIING!” doet
de deurbel. Thomas loopt alsof zijn leven ervan afhangt naar de deur. “Liesje is er!” roept Thomas
naar mij.
Liesje is mijn buurmeisje. Ik speel graag met haar omdat ze nog maar 6 jaar is. Ze
is zo schattig. Maar nu wil ik alleen zijn. Langzaam
stap ik naar de deur. “Wil je met me spelen?” vraagt ze. “Nu
liever niet.” zeg ik. Ze kijkt me verdrietig aan. Haar teleurstelling dringt langs mijn
ogen binnen tot in mijn hoofd. En daar aangekomen duwt ze mijn antwoord
weg. “Het is al goed.” zeg ik met een zucht. Spijtig genoeg helpt
haar aanwezigheid niet om het idee van school weg te werken. “Ga jij
nu al naar het 3de kleuterklasje?”
vraag ik. Even twijfelt ze, daarna
zegt ze: “Nee, ik ga naar het 1ste
leerjaar.” “Vind je
dat spannend?” vraag ik. “Ja.” zegt ze
verlegen.
Ik ga alleen:
Ik zit op de fiets op weg naar
school. Er fietsen kinderen voor en achter
mij. Toch voel ik me alleen. Hoe zou
het met Liesje zijn? “Ting, ting!”
doet de fietser achter mij.
Geschrokken kijk ik op, bots bijna tegen de
voetganger naast mij en kom
uiteindelijk weer in evenwicht. De school
komt dichter en dichter bij. Als ik
aangekomen ben, parkeer ik mijn fiets
en ga binnen langs de grote poort. Op
de speelplaats heerst een grote
drukte. Ik wil niet. Ik lees geen
letter meer van dit hoofdstuk, ik ga terug
naar de vorige pagina. Opeens denk ik
weer aan Liesje. “Komaan, dapper zijn,” denk
ik.
Maar ik ben niet alleen:
Bang zit ik in de klas. Ik hoor de
uitleg van de juf, mevrouw, maar ik
luister niet. Ik denk alleen aan
Liesje. “Goed, dan gaan we nu papieren
invullen.” zegt
mevr. Mistiaan.
Ik zit al een hele voormiddag in de
klas, papieren in te vullen. En we
hebben ook het lessenrooster al
ingevuld. Ik probeer alles wat we deze
voormiddag van informatie hebben
gekregen terug op te sommen. Dat
lukt niet zo goed. Ik blader nog eens
in de papieren die we hebben
gekregen… Daarna
kijk ik de klas rond, om te zien waar de anderen
mee bezig zijn. Maar ik zie iets
anders dan ik had verwacht. Ik zie
allemaal bange gezichten. Die net
zoals ik in zichzelf “Help!” roepen.
Nu voel ik me niet meer alleen. Want
ik ben gewoon niet alleen. En als jij
binnenkort deze grote stap zult
zetten, ben jij ook niet alleen. Ik zal
Geen opmerkingen:
Een reactie posten