woensdag 10 mei 2017

We klommen naar de top - een verslag van vijf dagen met vijf

GWP 5 – Westhoek (Wereldoorlog I) en Lille

Nadat onze vijfdejaars maandag 24 april in Cinema Zuid hun Ch’ti wat bijspijkerden en het een en ander opstaken over de buurt rond het Antwerpse Centraal Station, stonden zij dinsdag bij het ochtendgloren als echte soldaten paraat om naar het front te trekken. Wat daar 100 jaar geleden gebeurde, kwam terug tot leven en doordrong ons van de nog steeds onontbeerlijke leuze ‘Nooit meer oorlog’. 



Met twee bussen trokken we richting Westfront waar een dosis moed, maar ook de aprilse grillen ons alvast niet in de steek lieten. Het schuchtere lentezonnetje deed ons denken aan de warme glimlach op het gezicht van een soldaat bij de ontvangst van een brief van het thuisfront. Door de gure wind, donkere wolken en regendruppels leefden we ons in in de onmenselijke omstandigheden waarin jonge soldaten aan de IJzer streden. Vier jaar oorlog… twee dagen Westhoek… 



We bezochten de Dodengang en analyseerden de Slag aan de IJzer en de veldslagen rond Ieper. Sommigen bestegen de IJzertoren, maar op onvergetelijke begraafplaatsen als Tyne Cot en Vladslo viel de stilte over ons bij de gedachte aan de duizenden gesneuvelden en vermisten in de ‘Vlaamsche’ modder. Hill 60, de Caterpillar en zijn krater gaven ons een idee van de mijnenoorlog. In het ‘Memorial Museum Passchendaele’ en ‘In Flanders Fields’ leerden we dan weer alles over gasaanvallen. 



Tot slot streden onze vijfdejaars om de eerste plaats bij een amusante avondlijke quiz, maar herdachten ze sereen tijdens de Last Post aan de Ieperse Menenpoort ook de honderdduizenden die het leven lieten voor de vrijheid.



Na twee leerrijke dagen in de Westhoek konden de leerlingen hun energie kwijt tijdens de sportdag. In het avonturensportcentrum Blueberry Hill in Kortrijk mochten ze muurklimmen, boogschieten, een commandoparcours afleggen, speleotechnieken leren en nog veel meer.


Veel leerlingen hebben echt hun grenzen verlegd, zoals blijkt uit enkele van de gedichtjes die ze over de sportdag hebben geschreven:
Op grote hoogtes hangen
In een speleobox gevangen
Niet in het water vallen,
maar wel proberen om zoveel mogelijk punten te knallen.


Of nog:
We gingen naar Blueberry Hill
met moed en goede wil.
We klommen naar de top,
ons plezier kon niet op.
De speleobox is een grote kast met veel gangen
en daar zaten we in vast.
Even later vielen we in het water.
Het buitenparcours was heel stoer.

Sommige leerlingen lieten de enge deathride liever voor wat hij was:
Hoogtes zijn niet fijn
Laat de afstand tussen mij en de grond maar klein.
Ik spring niet van een gebouw
Ik sterf liever van de kou.



Even bekomen van alle adrenaline en dan de bus op naar Rijsel. Na een verfrissende douche in jeugdherberg Euralille stapten we naar het centrum waar we met z’n allen gezellig gingen dineren in restaurant Hippopotamus. Lekkere kip met frietjes. Dat deed deugd na zo’n dag intensief sporten. 

Na de maaltijd mochten de leerlingen de stad in. Ze waren vrij tot middernacht. En of ze ervan genoten hebben! Op de terugweg naar de jeugdherberg waren ze zo uitbundig aan het zingen dat het leek alsof Frankrijk de wereldbeker voetbal had gewonnen. 
Voor sommigen was het kopje koffie aan het ontbijt de volgende morgen meer dan welkom. 


Nog even de stad in voor de laatste opdracht: een fotozoektocht bracht de leerlingen naar de mooiste plekjes van Rijsel. Nadien keerden we moe maar voldaan terug naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten