zondag 14 oktober 2018

Tweedejaars zitten wel in hun vel

Onze leerlingen van het tweede jaar namen deel aan de Wel-in-je-vel carousel. Twee van hen nemen zelf het woord.


Dinsdagochtend had ik geen idee wat ik moest verwachten en waar we terecht zouden komen.  We begonnen aan een kleine wandeling en kwamen aan bij het jeugdhuis van Mortsel.  Daar zag ik meteen een auto die over kop ging.  We kregen een korte inleiding met een bundel.  Daarna werden we er op uit gestuurd om de organisaties te gaan ontdekken.  

De eerste organisaties die ik gedaan heb, ging over kinderrechten, Child Focus, een organisatie tegen drugs ...  Bij de organisatie tegen drugs kreeg je een bril.  Met de bril op leek het alsof je onder invloed van drugs was.  De balletjes vangen was geen makkelijke opdracht.  

Voor een andere activiteit konden we in een tolwagen zitten.  Hiervoor was ik echt zenuwachtig maar het was wel leuk.
Manon Jacobs uit klas 2MWe



De Wel in je vel Caroussel was eigenlijk wel leuk en interessant.  Je kon er veel leren op een leuke manier.  Je had verschillende organisaties zoals tzitem ZO, het JAK, Awel, Tejo en nog veel meer.  

Het leukste vond ik het JAK omdat ze super vriendelijk waren.  Van enkele andere organisaties had ik al gehoord zals Tejo en Awel.  Awel is vrij gekend omdat deze organisatie soms op het nieuws komt.  Over Tejo heb ik gehoord bij het CLB.

De Wel in je vel Caroussel was echt geslaagd.
Charlotte Dehairs uit klas 2MWe


woensdag 10 oktober 2018

De recht-vaardige rechters van het 6de jaar

Op donderdag 4 oktober kregen de leerlingen uit het zesde jaar economie de kans om van binnenuit kennis te maken met de Belgische justitie. Komt het beeld dat de leerlingen hebben over justitie en grotendeels wordt gevormd door Amerikaanse series overeen met de werkelijkheid? Is het gemakkelijk of juist heel moeilijk om objectief te oordelen over feiten waarvoor een beklaagde dient te verschijnen? Wat is nu een rechtvaardige uitspraak? Op deze en nog vele andere vragen kregen de leerlingen uit het zesde jaar een -vaak verrassend- antwoord. 



Rond negen uur werden de leerlingen en leerkrachten ontvangen in het Antwerpse Justitiepaleis door een educatief medewerker van Bellevue, de organisatie die het project “Recht-vaardig” organiseert. 

Allereerst vond er een briefing plaats over wat er die dag stond te gebeuren. Daarna werd er een schematisch overzicht gegeven van het Belgische justitieapparaat. Door de medewerker van Bellevue werd vooral de nadruk gelegd op het Burgerlijk Recht en het Strafrecht. Dit zijn de twee voornaamste rechtstakken waar een doorsnee burger mee te maken kan krijgen in het dagelijks leven. Voor de leerlingen was dit een opwarmertje, aangezien ze goed werden voorbereid tijdens de lessen economie



Nadien was het tijd voor het echte werk. De leerlingen werden klaargestoomd om een proces te volgen in de Rechtbank van Eerste Aanleg (Correctionele Kamer). De verschillende actoren die in een proces voorkomen werden kort besproken. Elke leerling kreeg een fiche waar op werd vermeld welke partij hij of zij zou observeren tijdens het proces. De verschillende partijen zijn: de beklaagde, het slachtoffer, de advocaat, de rechter, de griffier, de Procureur des Konings of substituut en tot slot de zaalwachter. Elk van deze actoren heeft een functie in het proces. Een greep uit de vragen van de observatielijst van de leerlingen: wat wordt er gezegd, door wie wordt er wat gezegd, hoe gedraagt deze persoon zich tijdens het proces, welke woorden worden er gebruikt?



Onze klas kreeg de kans om drie processen bij te wonen in de Correctionele Kamer. Opvallend detail: de drie verschillende processen gingen allemaal over eenzelfde onderwerp, namelijk drugs. Tijdens de nabespreking met een magistraat die zich bezighoudt met drugsfeiten, werd al snel duidelijk dat dit geen toeval is. De haven en autowegen zorgen ervoor dat drugs een belangrijk item is bij de lokale politie, en bijgevolg ook voor de Antwerpse rechtbanken en hoven. De leerlingen kregen uitgebreid de kans om de verschillende zittingen met de magistraat te bespreken. 



Na een welverdiende middagpauze was het tijd voor het tweede deel van deze leerrijke dag. 

De medewerker van Bellevue deelde een case uit aan de leerlingen. Elke leerling had een rol in deze zaak, namelijk de rol van de persoon die hij of zij in de voormiddag heeft geobserveerd tijdens de zitting. 

Een korte omschrijving van de case: een jongeman wordt na een avondje uit aangevallen door twee andere jonge mannen. Een getuige kan één van de twee vermoedelijke daders identificeren. De vermoedelijke daders hebben elk hun achtergrond die in hun voor- en/of nadeel kan spelen.  



De groep werd in twee verdeeld, waardoor eenzelfde zaak twee keer voorkomt. De groepen kregen de tijd om deze zaak grondig voor te bereiden. Hierbij gingen de advocaten met hun cliënten samen zitten, de rechters hebben zich over de zaak gebogen en ook de staande magistratuur heeft zich voorbereid op de zitting. Bij de voorbereiding kon de leerkracht rekenen op hulp van een magistraat om de leerlingen met raad en daad bij te staan. Het doel om deze case na te spelen, is om na te gaan of beide rechters hetzelfde oordeel zouden vellen over de zaak, of de verschillende advocaten dezelfde argumenten aanhalen pro hun cliënt en contra de tegenpartij, … . 

Na de voorbereiding trokken we met de volledige klasgroep naar de Correctionele Kamer om het rollenspel te spelen. Er werden toga’s uitgedeeld, waardoor iedereen onmiddellijk in zijn rol kroop. Beide groepen hadden zich zeer degelijk voorbereid, zo hebben ze aan de lijve ondervonden wat het is om in de rol van beklaagde, slachtoffer, advocaat of rechter te kruipen. Na elke zitting trokken de rechters zich terug om een vonnis voor te bereiden. Nadien werd het vonnis uitgesproken voor de beklaagde en het slachtoffer. Het resultaat was zeer uiteenlopend en verrassend. In de ene zaak werd de beklaagde veroordeeld tot een straf, en in de andere zaak werd de beklaagde vrijgesproken. Ook de schadevergoedingen ten aanzien van het slachtoffer verschilde sterk van groep tot groep. 

Op het einde van de dag vond er nog een korte nabespreking plaats met de magistraat en die oordeelde dat het goed was



Enkele leuke weetjes: 

Elke beklaagde die geboeid de rechtbank binnenkomt en voor de rechter verschijnt wordt losgemaakt, dit omdat hij onschuldig is tot zijn schuld wordt bewezen. 

Onder zittende magistratuur verstaan we de rechter en griffier. De staande magistratuur is de advocaat en Procureur des Konings of substituut. Wanneer de beklaagde of het slachtoffer het woord krijgt, dienen zij uit respect voor de zittende magistratuur op te staan. Ook het publiek dient recht te staan bij het begin en het einde van een zitting. 

Een rechtbank spreekt een vonnis uit, en in het hof spreken we over een arrest. 

De Procureur des Konings is één en ondeelbaar. Indien hij niet aanwezig kan zijn op een zitting, zal de substituut in zijn naam optreden. 

Het Openbaar Ministerie (staande magistratuur, Procureur des Konings) vertegenwoordigt de bevolking op een zitting. In strafzaken hebben zij de leiding over het onderzoek, en beslissen zij ook of er een strafvordering wordt ingesteld. Wanneer de rechter een vonnis of arrest uitspreekt, zorgen zij ook voor de uitvoering van dit vonnis of arrest. 

Bij sommige strafrechtelijke inbreuken zal er een minnelijke schikking volgen. De dader van de feiten wordt dan niet gedagvaard om te verschijnen voor de bevoegde rechtbank. De afhandeling van deze minnelijke schikking valt ook onder de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie. 

Begeleidende leerkrachten: mevrouw Carol Ideler (leerkracht economie), mevrouw Charlotte Lusyne (leerkracht lerarenplatform) en meneer Laurence Hiel (stagiair lerarenopleiding economie).


Verslag door Charlotte Lusyne